Arendsman, een fenomeen op twee wielen, een legende in wording. Zijn naam galmde door de peloton als een dreunende donderslag.
Met elke trap van zijn pedalen leek hij de aarde zelf te doen beven. Hij was geen renner; hij was een storm, een kracht die niet te stoppen was.
Op de vlakten joeg hij de wind voor zich uit, in de bergen kneedde hij de hellingen als klei.
Zijn aanvallen waren messcherp, zijn sprints explosief.
Hij rijdt alsof de duivel zelf achter hem aan zit!" riepen de commentatoren uit.
En inderdaad, Arendsman reed niet om te winnen—hij reed om te overwinnen.
In de Grote Rondes toonde hij zijn ware kracht. Hij viel aan op de steilste cols, liet de concurrentie achter zich in een wolk van stof en wanhoop.
"Hij gaat ervandoor als een pijl uit een boog!" schreeuwden de fans langs de kant. En hij ging, met een blik van pure vastberadenheid, alsof hij de bergen zelf uitdaagde.
De finishlijn was zijn troon, het geel zijn mantel. Arendsman was niet zomaar een renner; hij was een koning.
En zijn koninkrijk? Het asfalt, de bergen, de harten van de fans.
Hij reed niet voor de glorie—hij reed voor de geschiedenis.
En die geschiedenis zou zijn naam voor altijd herinneren:
Arendsman, de onverslaanbare.
Vinden jullie dit niet meer leuk ?