top of page
Foto van schrijverKarel Naulaers

Algoritme berekent ideale Tourploeg, zonder Van Aert

Had ik dat geweten! Het ideale team van de voorbije Tourmanager is er een zonder Wout van Aert en mét Michal Kwiatkowski, zo blijkt uit een algoritme. De ploeg kent veel aanvallers, vreemde transfers en een aantal lessen voor de volgende editie.


De Tour de France is gedaan, de klassementen staan in steen gebeiteld en ook de Tourmanager kent zijn winnaar: Rein Deconinck. Zijn ploeg ‘Will the new Vincenzo please stand up?’ haalde maar liefst 8.304 punten, waarmee hij de andere 88.008 deelnemers keurig achter zich laat. Toch had er nog veel meer in gezeten. Zo blijkt uit de berekeningen van gulle weldoener Viktor Moortgat, die een algoritme bedacht dat de ideale ploeg – achteraf gezien – samenstelt en dat ultieme team met ons deelt. Het maximumaantal punten dat je kon behalen? 9.490.


The Ultimate Team, zoals we de ideale ploeg verder in dit artikel zullen noemen, start met zeven klassementsmannen: Jonas Vingegaard (11M), Tadej Pogacar (11M), Adam Yates (7M), Simon Yates (7M), Carlos Rodriguez (7M), Pello Bilbao (6M) en Jai Hindley (8M). Niet toevallig de top zeven van het eindklassement. Wat opvalt, is dat slechts drie sprinters de selectie halen: Jasper Philipsen (9M), Mads Pedersen (8M) en Phil Bauhaus (5M). De rest van de ploeg wordt opgevuld met zes aanvallers: Michael Woods (5M), Victor Lafay (4M), Georg Zimmermann (3M), Mathieu Burgaudeau (3M), Clement Berthet (2M) en Jonas Abrahamsen (2M).


Geen plaats dus voor Wout van Aert (10M) of Mathieu van der Poel (9M). Vooral die eerste is opvallend, want met 420 punten heeft Van Aert toch aardig wat opgeleverd. We vermoeden dat zijn prijskaartje en vroegtijdige exit hem de das hebben omgedaan.


Niet onbelangrijk: The Ultimate Team houdt 2M over voor latere transfers. Want Moortgat berekende niet alleen het ideale startteam, zijn algoritme voorziet ook een overzicht van de ideale transfers op het ideale moment. Én de juiste kopman en bus per speeldag.



Transfers: ritwinnaars

Van de zestien renners in de selectie wonnen maar liefst tien renners een rit. Ook de vier transfers van The Ultimate Team gingen met bloemen naar huis. Felix Gall (5M) vervangt voor de vierde etappe Victor Lafay (4M), die in San Sebastian mocht juichen en daarna wegdeemsterde. Gall daarentegen bloeide helemaal open in de laatste week van de Tour: hij won een rit, werd nog eens tweede en pakte in de eindafrekening punten in maar liefst drie klassementen (achtste in het algemeen klassement, derde in het jongerenklassement en tweede in het bergklassement).


Opvallend: hoewel de gangbare transferstrategie zegt dat je klassementsrenners moet inbrengen, zijn de andere drie inkomende transfers van The Ultimate Team aanvallers. Michal Kwiatkowski (4M) komt net voor de tiende rit in de ploeg, Michael Woods (5M) heeft dan al gescoord op de Puy de Dôme en mag gaan uitrusten. The Ultimate Team laat Kwiatkowski vijf etappes meepeddelen – waarin hij een etappe wint, maar ook eens achtste wordt – om hem dan te vervangen door ritwinnaar Wout Poels (4M), net voor de vijftiende etappe.


De dag erna mag Kasper Asgreen (5M) zijn ding doen. De Deen vervangt de sterke Phil Bauhaus (5M), die veel ereplaatsen verzamelt in de sprints maar in de zeventiende etappe opgeeft. Asgreen rijdt een degelijke tijdrit, wint een etappe en wordt een dag later tweede. Met een zesde plaats in het puntenklassement levert hij zelfs nog wat op in de eindafrekening.


Op die manier heeft The Ultimate Team elke ritwinnaar, behalve drie: Ion Izagirre (4M), Matej Mohoric (5M) en Jordi Meeus (5M).



Wat kunnen we daaruit leren?

Van achteren kijk je een koe in de kont, mosterd na de maaltijd, achteraf is het makkelijk praten: met terugwerkende kracht is de Sporza Tourmanager een makkelijke klus. Maar kan zo’n ideale ploeg ons ook iets leren voor de volgende Tourmanager (of Vueltamanager)? Wij denken dat The Ultimate Team twee lessen te bieden heeft.


Ten eerste: met aanvallers maak je het verschil. Met de transfers erbij telt The Ultimate Team negen vrijbuiters, plus Bilbao en Gall, die pas voor een klassement gingen nadat ze in een vlucht hadden toegeslagen. Het lijkt dus te lonen om te gokken op rittenkapers, maar vergeet niet dat het risico daarbij enorm is. Wie had kunnen voorspellen dat Kwiatkowski, Poels, Lafay en Izagirre een etappe zouden winnen? Daarom een belangrijke tip: geef niet te veel geld uit aan aanvallers. In The Ultimate Team is Woods met 5M de duurste.


Ten tweede bewijst het algoritme dat je niet veel sprinters nodig hebt om goed te presteren. In dit geval zijn drie genoeg. Dat is ook een constante in vorige edities, zo bevestigt Moortgat, die zijn algoritme al vaker losliet op de Sporza Tourmanager: “In de meeste andere grote rondes telt het ideale team vier sprinters.” Maar dan moeten ze er wel boenk op zijn. Dat betekent: winnen, constant presteren en vooral geen pech hebben. Nog iets wat in hindsight makkelijker is dan vooraf.


Kunnen we uit The Ultimate Team ook besluiten dat je vanaf het begin best inzet op (dure) klassementsmannen? Niet helemaal: het zware parcours heeft daar dit jaar een rol in gespeeld, zegt Moortgat. “Ik vermoed dat de eerste ritten in het Baskenland bepalend zijn geweest, waardoor klassementsrenners direct veel punten opleverden. Bij vorige grote rondes ligt het aantal klassementsmannen lager. Doorgaans start het ideale team met vier à vijf klassementsmannen en eindigt het met zes à zeven. Via transfers voegt het algoritme nog een tweetal klassementsrenners toe.”


Uit de transfers van The Ultimate Team valt dus ook niet veel te leren. Het algoritme heeft de luxe dat het niets meer moet rechtzetten en dus volop kan inzetten op – vooraf haast onmogelijk te voorspellen – ritwinnaars. De strategie om bij transfers op klassementsmannen in te zetten, blijft dus overeind.


Dan is er nog het opmerkelijke feit dat het algoritme 2M overhoudt aan het begin van het spel. Maar ook dat is geen potentiële vuistregel, blijkt uit vorige edities. “Bij de Tour van vorig jaar en de Giro van dit jaar maakte het algoritme wel gebruik van het volledige budget, terwijl in de Tour van 2021 1M werd overgehouden voor transfers.”


Onnatuurlijke keuzes

Het mag duidelijk zijn dat een mens nooit in de buurt zal komen van The Ultimate Team. Het algoritme maakt continu onnatuurlijke keuzes, denk maar aan de transfer van Gall na drie etappes. Of aan de kopmankeuzes, waarmee het team alleen al 510 punten scoort: van de 21 ritten heeft hij achttien keer de ritwinnaar als kopman, de andere drie keer heeft hij de tweede. Dat betekent dus ook dat hij in een sprintersetappe Asgreen als kopman aanduidt, terwijl hij Philipsen in de ploeg heeft. Of Lafay als kopman in San Sebastian en Kwiatkowski op de Grand Colombier.


Het toont alleen maar hoe goed Tourmanagerwinnaar Rein Deceuninck het heeft gedaan: hij scoorde maar 1.186 punten minder dan The Ultimate Team. Eigenlijk maakte hij het ideale team, zij het op menselijk niveau.


Met dank aan Viktor Moortgat.

 

Blijf op de hoogte van al het nieuws in Sporza Wielermanagerland via Facebook, Twitter en Instagram. Of stel je vraag aan andere Wielermanagers op ons Forum!

3.999 weergaven2 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

2 Comments


ABC123
ABC123
Aug 03, 2023

Klopt niet, maximum aantal punten is 9580 punten

Like

Steven Fivez
Steven Fivez
Aug 01, 2023

Hoewel een mens natuurlijk nooit het team van het algoritme zou kunnen samenstellen, om de redenen die genoemd werden, toont het team van het algoritme wel aan dat de eerste plaatsen in de rituitslag overmatig hard doorwegen - het grote manco van de Sporza Wielermanager. Gecombineerd met de eindpunten, maakt dit dat het grote geld op het einde van de rit bij de juiste klassementsmannen (geel top 8, groen top 3, bollen top 3 én wit top 3) aangevuld met goedkope vluchters (omdat die goedkoper zijn maar in enkele ritten toch op de eerste plaatsen in de rituitslag zullen eindigen) en goedkope renners in de top 20 van het algemeen klassement (voor de eindpunten). Eigenlijk blijft het spel zo vooral op…

Like
bottom of page