top of page
Foto van schrijverGilles Liesenborghs

DE SPRINTERS. Gewikt en gewogen per prijscategorie

De sprinters wreven zich in de handen toen het parcours van de Tour de France 2021 werd voorgesteld: maar liefst acht van de eenentwintig etappes bieden een kans op een massasprint. Wielermanagers besteden dus maar best extra aandacht aan de sprinters. Wie wordt de grootste rittenkaper, wie zijn de topkandidaten voor de groene trui en welke goedkope renner kan naar een resem ereplaatsen sprinten?



De toppers (8-12m)


Rassprinters die een volledige Tour de France naar hun hand zetten zoals Kittel en Cavendish in hun topjaren zie je de laatste tijd niet echt meer in het peloton. Ook deze Tour is het moeilijk te voorspellen of iemand er echt bovenuit zal steken in de massasprints.


***

Degene van het huidige peloton die de toppers van weleer het dichtst benadert, is Caleb Ewan. De kleine Australiër is waarschijnlijk de allersnelste van het Tourpeloton. Dat is ook aan zijn prijskaartje te zien (9m), maar hij is wel een garantie op ritzeges. In 2020 won hij er twee, in 2019 drie. In dit deelnemersveld, met dit parcours, is king Caleb absoluut het overwegen waard en kan hij misschien zelfs meestrijden voor de groene trui.


**

Van Aert (10m) kunnen we natuurlijk niet over het hoofd zien. Hij won vorig jaar twee ritten en rijdt een ongelooflijk jaar. Zijn uitslagen spreken voor zich: het slechtste resultaat dat Van Aert dit jaar liet noteren, was een 13e plaats in zesde etappe van Tirreno-Adriatico. Ondanks een blindedarmontsteking die hij in mei opliep, zagen we tijdens het BK dat hij stilaan klaar is voor de Tour. De vraag blijft echter of Wout gaat meesprinten in de vlakke etappes. In het openingsweekend mag hij zeker zijn kans gaan, maar verder wordt het koffiedik kijken. Als superknecht Roglic naar Tourwinst loodsen, zelf meesprinten in de vlakke etappes, de tijdritten proberen winnen én een gooi doen naar een of twee medailles in Tokio: dat is zelfs voor Wout te veel hooi om op zijn vork te nemen. De kersverse Belgische kampioen zal keuzes moeten maken.


In 2019 won Caleb Ewan na een machtige sprint op de Champs-Elysées.


Ook Peter Sagan (8m) is een echte puntenpakker. Aangezien hij ook een meer geaccidenteerd parcours aankan, zou hij in theorie in meer dan de helft van de etappes in de top 25 kunnen eindigen. Het ontbreekt hem misschien aan pure snelheid om de rassprinters te kloppen op een vlak terrein, maar wees maar zeker dat hij opnieuw gaat meestrijden voor een achtste (!) groene trui. Die groene trui kan jouw team in Parijs nog 100 punten extra opleveren. In de Giro bewees Peter De Grote alvast dat hij nog niet veel van zijn klasse heeft ingeboet.


*

Het zou zonde zijn om Tim Merlier (8m) te vergeten in dit lijstje. Hij heeft dit jaar bewezen dat hij kan meestrijden met de allersnelsten ter wereld. Na een mooie ritwinst in het begin van de Giro, bleek later echter dat een grote ronde van drie weken nog iets te zwaar was voor Merlier. Dat zou ook in deze Tour het geval kunnen zijn. Met ook Jasper Philipsen (6m) in de rangen is het niet helemaal duidelijk welke kaart Alpecin-Fenix gaat trekken in sprint. Merlier lijkt een klein streepje voor te hebben, maar die rollen kunnen zo omgedraaid worden afhankelijk van de vorm van de dag. Een sprinter van Alpecin-Fenix in je team nemen is dus een beetje een gok, maar wie niet waagt, niet wint!


Een wielermanager die wil winnen, moet ergens het verschil maken. Wel, misschien kan dat wel met Arnaud Démare (8m). We vermoeden dat hij gezien zijn kostprijs niet de populairste renner zal zijn, maar onderschat hem niet. Hij reed de laatste tijd vooral kleinere wedstrijden en bleef zo een beetje in de schaduw, maar als je naar zijn uitslagen kijkt, kan je maar één ding concluderen: hij is in topvorm. Vorig jaar was hij met vier ritzeges nog ongenaakbaar in de Giro, kan hij nu ook in de Tour schitteren?


De underdogs (6-7m)


***

De grootste belager van Sagan voor de groene trui zou wel eens Sonny Colbrelli (7m) kunnen worden. Hij is in bloedvorm, zo bewees hij in de recentste Dauphiné: een ritzege, drie tweede plaatsen en de groene trui. Net als Sagan is hij niet de snelste van het pak, maar kan hij wel makkelijk een heuvel over. Bovendien is hij een miljoentje goedkoper dan de Slovaak – een wereld van verschil in wielermanagerland.

Colbrelli kroonde zich zopas nog tot Italiaans kampioen op het WK-parcours van 2020.


**

Dé verrassing in de selectie van Deceuninck – Quick-Step is Mark Cavendish (6m). Vorig jaar was hij nog zo goed als afgeschreven voor het professioneel wielrennen, tot Patrick Lefevere hem een reddingsboei toewierp in de vorm van een minimumcontract. Door enkele puike prestaties in kleinere koersen en door het uitvallen van de geblesseerde (?) Sam Bennett, krijgt hij nu plots opnieuw een kans in de Tour. Traditioneel gezien is een sprinter van Quick-Step een garantie op succes in grote rondes. Dat heeft veel te maken met lead-out Michael Morkov (4m), de natte droom van elke sprinter. Zoals Cavendish het zelf uitdrukte in de Baloise Belgium Tour: "Als je achter Morkov zit, win je." Uitgaande van die theorie is Cav een absoluut koopje.


We smijten nog een relatief goedkope outsider voor de groene trui op tafel: Christophe Laporte (6m). De 28-jarige Fransman is op dreef dit seizoen. In het klassieke voorjaar was hij regelmatig op de voorposten te zien en hij kon ook al tweemaal winnen (Circuit de Wallonie en een etappe in de Ster van Bessèges). De toekomstige meesterknecht van Wout Van Aert – Laporte trekt volgend jaar naar Jumbo-Visma - is snel, kan een heuvel verteren, en is zelfs geen slechte tijdrijder. Opent Christophe dit jaar la porte naar ritwinst of de groene trui?


*

Een andere Fransman die zich zeker zal mengen in het sprintgeweld is Bryan Coquard (6m). Petit Coq wint niet zo gemakkelijk, maar rijgt wel de ereplaatsen aan elkaar. In de Baloise Belgium Tour bewees hij dat nog maar eens door onder andere tweede te worden in de rit die Ewan won. In onze podcast Kopman (link) kwam zijn naam al eens aan bod als mogelijke dark horse.


Eigenlijk is het vreemd dat er zo weinig over Michael Matthews (7m) wordt gesproken in de aanleiding naar deze Tour de France. Oké, de Australiër wint niet zo gemakkelijk, maar hij stelt ook nooit teleur. In 2017 won hij zelfs de groene trui. Dichte ereplaatsen zijn een zekerheid als je voor Matthews kiest. In principe ligt hij in balans met Colbrelli en Sagan, maar veel wielermanagers zullen voor één van die andere twee kiezen gezien de bloedvorm van Colbrelli en het talent van Sagan. Dat biedt kansen om met Matthews het verschil te maken.

Slachtoffer Jake Stewart was niet te spreken over het voorval in Cholet-Pays de la Loire.


De witte merels (3-5m)


***

In de goedkoopste prijscategorie lijkt het Franse woelwater Nacer Bouhanni (5m) de interessantste keuze. Door al zijn fratsen en zijn agressieve sprintstijl loert het risico op diskwalificatie steeds om de hoek – in maart werd hij nog twee maanden geschorst na een schandalig manoeuvre in de Cholet-Pays de la Loire -, maar op een goede dag sprint hij zomaar naar een top 5-notering. Voor die prijs is Nacer het risico misschien wel waard.


**

Door de afwezigheid van Nizzolo, krijgt Max Walscheid (4m) zijn kans binnen de formatie van Qhubeka ASSOS. De lange Duitser is geen echte topsprinter, maar is zeker ook niet traag. Bovendien kan hij ook nog een aardig stukje tijdrijden. Een ‘kopman’ voor slechts vier miljoen, die kan je bijna niet laten liggen.


Hetzelfde geldt voor Danny Van Poppel (5m): ook hij is niet zo duur en wordt uitgespeeld als speerpunt van Intermarché-Wanty-Gobert. Met broer Boy en Jonas Koch in steun, maakt Danny misschien wel kans op enkele mooie uitslagen. Van Poppel rijdt trouwens zorgeloos rond, want hij heeft zijn toptransfer al beet: volgend jaar sprint hij voor Bora-Hansgrohe.


*

Hoewel hij eerder een puncher dan een sprinter pur sang is, voegen we Alex Aranburu (4m) toe aan deze lijst. Op basis van prijs-kwaliteit is hij misschien wel het koopje van het jaar. Hij is snel, maar dan vooral op een hellende finish. Ook via een ontsnapping in een overgangsetappe zou hij wel eens in aanmerking kunnen komen voor ritwinst. Tom Vandenbulcke twijfelde in onze podcast Kopman nog of we hem wel zouden verklappen als dark horse, maar laat ons niet onnozel doen: Aranburu zal in bijna ieders team zitten. Hopelijk sprint hij ook mee in de vlakke etappes.


Een goede sprinter van drie miljoen is moeilijk te vinden, maar we doen toch een poging: Clément Russo (3m). De Fransman van Arkea-Samsic wordt in principe ingepast in de trein van Bouhanni, maar kan zelf ook een stukje sprinten. Hij werd dit jaar nog vijfde in de Scheldeprijs, het WK der sprinters. Zoals eerder gezegd, met Bouhanni weet je nooit. Russo zou een waardig alternatief zijn. Verwacht er niet te veel van, maar als je nog iemand zoekt voor de minimumprijs, is hij wel een interessante optie.


 

Nog twijfels over je klassementsmannen? Bekijk dan zeker onze tips!

Is jouw team klaar om te schitteren in Parijs? Doe dan mee aan onze minicompetitie (klik hier) en maak kans op unieke prijzen!



5.578 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Commentaires


bottom of page