Op Sporza Wielermanager kostte hij maar vijf miljoen, maar Brits toptalent Tom Pidcock toonde in het openingsweekend dat hij veel meer waard is. Nu de Strade Bianche eraan komt, begint het bij menig wielermanager te kriebelen. Kunnen we Pidcock al als favoriet beschouwen? Wij vroegen het aan Kurt Bogaerts, trainer en mentor van Pidcock.
Kurt Bogaerts maakte deze winter samen met zijn pupil de overstap naar INEOS Grenadiers (Foto: INEOS Grenadiers)
Zaterdag kleurde Tom mee de koers en zondag werd hij derde. Hoe heb jij het openingsweekend beleefd?
"Ik had niet verwacht dat hij in het openingsweekend podium zou rijden. Maar hij heeft het veldritseizoen met een heel goede conditie beëindigd op het WK. Daarna was er de overschakeling naar het INEOS-verhaal en hebben we toegewerkt naar de eerste wedstrijd in de Tour des Alpes Maritimes et du Var. Hij was daar goed mee tot in de finale en heeft zijn team goed geholpen. Dan ga je toch naar het openingsweekend met het vertrouwen dat je je niet belachelijk zal maken. Maar we wisten nog helemaal niet waar Tom stond ten opzichte van het World Tour-niveau en in de klassiekers moet je toch heel sterk zijn. Daar komen heel wat externe factoren bij kijken."
Was hij blij met het resultaat?
"Na zaterdag was hij een beetje ontgoocheld. Met iets meer vertrouwen gaat hij veel beter de Molenberg op. In de aanloop zat hij goed vooraan toen het tempo werd opgetrokken. Dan moet je door die gaatjes durven kruipen en heb je in die bocht naar links richting de Molenberg als jonge gast misschien wat te veel respect. Toen een aantal renners in die bocht binnendoor reden, heeft hij zelfs even voet aan de grond moeten zetten. Hij kwam redelijk goed boven, maar de breuk was wel gemaakt. Hij heeft dan een beetje zijn moment afgewacht en op een stuk vals plat heeft hij zijn sprong gemaakt. Dan kwam hij er uiteindelijk toch heel vlot bij."
Dat was heel straf.
"En hij draaide ook goed mee in dat groepje. Persoonlijk denk ik zelfs: als hij vertrouwen heeft, dan springt hij mee met Alaphilippe. Maar Alaphilippe ging wel héél vroeg aan en dan is het normaal dat je twijfelt, ook al ben je heel goed. Met die twee andere renners van Quick-Step weet je dat het verhaal in die groep daarna complex wordt."
Hij had dus mee gekund met Alaphilippe?
"Ja, ik denk dat wel. Dat was op een helling die hem echt goed ligt."
Programma ligt nog niet vast
Als veldrijder en goede klimmer moet de Strade Bianche hem ook goed liggen. Hoe zie jij dat?
"Het was eerst de bedoeling om wat onder de radar te blijven, maar dat is nu onmogelijk gebleken. (lacht) We willen met de ploeg een plan uitstippelen om echt mee te strijden voor een goed resultaat. Er zijn nog andere renners in de ploeg die ook heel goed zijn, met Kwiatkowski, Bernal en Sivakov. Uiteindelijk is hij nog maar 21 jaar en worden er al heel veel vergelijkingen gemaakt. Ook met Van der Poel en Van Aert, al denk ik niet dat er bij één van die twee op zo’n jonge leeftijd al sprake was om mee te doen voor de overwinning in de World Tour. De Strade is eigenlijk een wedstrijd waar hij al jaren over spreekt en die ook echt bij zijn kwaliteiten past, maar we weten dat er op dit moment op een heel hoog niveau wordt gekoerst. Bepaalde renners hebben ook een heel specifieke voorbereiding gehad, zoals Van Aert met een hoogtestage. Dat voordeel hebben we niet. We hebben eerder de keuze gemaakt om echt op ontdekking te gaan dit jaar. Wij zitten nu in een overgangsfase, liefst met zo weinig mogelijk druk en een gezond verwachtingspatroon. En dan zien we wel."
"Er is een gezonde rivaliteit tussen Van der Poel en Van Aert. Daar kan Tom misschien van profiteren."
Is het dan moeilijk in zo’n week voor de Strade Bianche – en met de resultaten van het openingsweekend – om hem in te tomen?
"Ja, je moet er toch op een bepaalde manier mee bezig zijn. Voor mij is het belangrijk dat hij zich zal amuseren. Het is een beetje hetzelfde als in Namen, toen men ook zei dat hij de Citadelcross zou winnen. Hij is daar toen goed mee omgegaan en heeft zelfs de mogelijkheid gehad om te winnen, maar de omstandigheden zaten tegen. We hadden toen gerekend op de rivaliteit tussen Van der Poel en Van Aert, maar dat is niet gelukt. Die dag hebben ze eigenlijk heel goed samengewerkt."
Denk je dat hij in de toekomst wel gebruik kan maken van die rivaliteit tussen Van der Poel en Van Aert? In de Strade Bianche bijvoorbeeld?
"Ja, ik denk dat dat wel kan. Ik vind wel dat je niet op revanche mag rijden, in welke situatie dan ook. Je moet altijd van eigen kracht uitgaan. Er is natuurlijk wel een gezonde rivaliteit tussen Van der Poel en Van Aert, na zo veel jaren tegen elkaar gereden te hebben. Daar kan je misschien soms van profiteren. Maar hoe ouder ze worden, hoe meer ze gaan beseffen dat ze elkaar in de vernieling rijden. En er zijn natuurlijk ook nog andere renners, met Alaphilippe, Fuglsang, …"
Er is veel te doen rond het weerbericht van zaterdag. Wat is eigenlijk in het voordeel van Tom?
"Als het droog is, is het meer in het voordeel van de veldrijder. Dan ligt het wat los en moet je beter sturen. Dat zag je ook in de vorige editie in de zomer, toen Van Aert enorm snel in die afdaling kon duiken en op volle snelheid dat bergje kon nemen. Ik denk dat er achter hem toch renners reden die meer angst hadden in de gravel. Dat is voor een minder begaafde renner elke keer weer bij bikkelen."
Is het voor Tom belangrijk dat de koers zwaar wordt zaterdag?
"Ja, voor zijn gewicht is dat een voordeel, denk ik. Er liggen toch een heel aantal hoogtemeters op het parcours en ik denk dat hij daar minder energie zal verbruiken dan een Van Aert of Van der Poel. Maar die jongens zijn al zo ver ontwikkeld dat dat misschien toch niet zo’n grote rol speelt."
Je het hebt over zijn gewicht; welke koersen liggen hem volgens jou het beste? Zijn dat misschien toch eerder de Waalse klassiekers?
"Persoonlijk denk ik dat de Waalse klassiekers veel meer bij een lichtgewicht zoals Tom passen. Natuurlijk, de kwaliteit is veel hoger in die wedstrijden. De beste klassieke renners en ronderenners komen daar samen. Als je kijkt naar de top tien van de wereld, dan ga je er veel meer vinden in de Ardennenklassiekers dan in de Vlaamse klassiekers. Tom won vorig jaar drie ritten bergop en het klassement in de baby Giro, dan ga je normaal met dat type renner niet naar de Vlaamse klassiekers toewerken. Maar hij is ook enorm goed in het offroad-gedeelte en heeft daar ook ambitie om resultaat te rijden. Dus daarom zeggen we: we gaan op avontuur. We gaan alles eens verkennen, zonder hem op te branden. Sowieso gaan we er geen super zwaar seizoen van maken, wat we ook gaan beslissen."
Het kan dus wel zijn dat er nog koersen bijkomen op het programma?
"Die mogelijkheid is er. Het kan ook zijn dat er bepaalde wedstrijden nog wegvallen. Er staat op dit moment niets vast. We gaan proberen op een rustige manier de Strade af te werken en nog niet te veel verder te denken."
Olympische ambities
Waar ligt zijn limiet? Kan hij ooit een grote ronde winnen?
"Hij heeft geen limieten. Dat kan je op dit moment niet vastleggen. Dat weet je pas als je aan die limieten komt. Als dat op een bepaald moment niet mogelijk lijkt om een grote ronde te winnen, dan zullen we het in andere koersen zoeken. Maar dat weten we nu nog niet. Roubaix heeft hij al gewonnen bij de beloften en junioren, hij is wereldkampioen tijdrijden geworden bij de junioren en hij heeft de baby Giro gewonnen. Bij de beloften is hij ook wereldkampioen geworden op de mountainbike en in het veld. Dan heb je gewoon een hele brede waaier en ga je zorgvuldig je carrière moeten opbouwen. Philippe Gilbert heeft bijvoorbeeld een bepaalde carrièreplanning gehad: hij won een aantal wedstrijden al vroeg in zijn carrière, om dan stelselmatig mooie wedstrijden aan zijn palmares toe te voegen. Als je veelzijdig bent is het zaak om dat voorzichtig aan te pakken en niet alles ineens te willen bereiken. Gewoon op pad gaan en proberen geen deuren te sluiten."
Hij zal dus ook het veldrijden en mountainbiken zo veel mogelijk blijven combineren?
"We gaan dat proberen. Ook omdat die drie disciplines elkaar versterken. Door goed te crossen, doe je het ook beter op de weg en omgekeerd. En het is plezant. Maar – en dat is een hele grote maar – er moet voldoende rust zijn, het mag niet te veel worden. In de ploeg werken we nu met echte rustperiodes, bijvoorbeeld tien dagen niets doen na het WK veldrijden, met de bedoeling dat je het daarna opnieuw snel oppikt. Als je een maand niets doet, dan val je veel verder terug en raakt de biologische klok meer ontregeld."
Hoe hoog schat je de kansen in dat hij Tokio haalt?
"Die kans is zeer reëel, hij staat nu 21ste in de wereldranking. Hij heeft zich daar op korte termijn snel opgewerkt. Maar Tokio zelf is wel een complex verhaal: de vochtigheid, het tijdsverschil en de warmte. Er zit veel ervaring in de ploeg om daarmee om te gaan, maar bij Tom is dat toch wel iets nieuws. Hoe gaat zijn lichaam daarop reageren? De wedstrijd op zich is een goed parcours voor hem, maar het zijn die externe factoren waarmee hij zal moeten omgaan. We hebben dat met Sven Nys gezien: veldrijders zijn jongens die presteren in koude omstandigheden, we weten niet hoe dat lichaam zich aanpast. Echte ambitie uitspreken is moeilijk, aangezien hij nog niet veel heeft meegereden bij de elite. We moeten ook respect tonen aan toppers zoals Schurter en Van der Poel. De top is daar heel breed. Die eerste Olympische Spelen zouden al een heel goede ervaring zijn naar de toekomst toe."
Groene trui van Bennett
Welke renners heb je in het verleden nog allemaal begeleid? Samen in het team van Sean Kelly bijvoorbeeld.
"Sam Bennett, Ryan Mullen, Nicolas Roche, Dan Martin, Shane Archbold,... De opvallendste was Sam Bennett, dat was met vallen en opstaan. We zijn hem blijven opvolgen toen hij een zware terugval had en met blessures worstelde. We hebben daar op de juiste momenten de juiste beslissingen genomen. Uiteindelijk heeft hij vorig jaar toch de groene trui kunnen winnen. Ik voel wel een bepaalde verantwoordelijkheid voor zo’n renner, en als zo iemand zijn doel dan bereikt, kan ik echt met een goed gevoel terugkijken. Hij is ook getrouwd, hij is gelukkig en we hebben nog veel contact. Natuurlijk is dat nu wat anders – we werken voor concurrerende ploegen – maar die vriendschapsband blijft."
Hebt u die band ook nog met andere renners waarmee u heeft gewerkt?
"Ja. Nicolas Roche is voor mij een goede vriend geworden. Shane Archbold ook. En dan heb je natuurlijk nog Sean Kelly, waarmee ik nog dagelijks contact heb en waarop ik dikwijls kan terugvallen."
In onze blog volgen wij het wielervoorjaar aan de hand van Sporza Wielermanager. Doen Tom en jij ook mee?
"Van Tom weet ik het niet, maar ik in elk geval niet. Het zijn enorm drukke tijden en voor mij komt er ook wat meer pers bij kijken. Ik wil vooral achter de schermen blijven, want de aandacht moet toch naar de renner gaan, denk ik. Dat is toch degene die met de sponsor op zijn trui rondrijdt. Ik word de laatste tijd veel meer benaderd, maar ik probeer altijd te antwoorden."
Daar willen we u ook heel hard voor danken. We wensen jullie veel succes zaterdag en in de rest van het seizoen.
Behoort Tom Pidcock volgens ons bij de favorieten voor de Strade Bianche? Lees het hier.
Comments